Charles Gesner van der Voort (1916-1991) was part of a group of Dutch bachelors in pre-war Shanghai. Another member of this group was David van Gelderen (1908-1990), originally from Rotterdam. He arrived in Shanghai in 1933, working for Unilever, a merger of the operations of Dutch Margarine Unie and British soap maker Lever Brothers.
The photo albums of his China years contain many photos of the bachelor life in those days: travel, work, parties, trips within China and to Japan. They also include photos of the bombing of the Unilever factory during the 1937 Japanese attack of Shanghai, membership of the French Special Police and other unique photos.
Like Charles, David was interned in Chapei Civil Assembly Centre by the Japanese from 1943 to 1945.
Being Jewish, internment in Shanghai probably saved David’s life; since all of his family members in the Netherlands were killed by the Nazis.
David married, had two children and continued to work for Unilever. He became member of Nederlandse Reünisten Vereniging China (NRVC, Dutch Reunists Association China).
This photo shows three members of the French Special Police. David van Gelderen (centre) was a volunteer member; many foreign nationals in Shanghai were volunteers in the Shanghai Volunteer Corps and related organisations. Jan Duinker's son wrote to me: "My father is standing to van Gelderen's right. I knew that he was in one volunteer group or another. I have never seen him in the French Police uniform before." "I realized that it is the Dutch mess in the background of the Police Speciale Francaise photo. The address is 75 Route Delastre in the French concession. I have a photo of the building." Route Delastre was renamed to Tai Yuan Lu in 1943. The Dutch National Archives show this address as the home of Jan Duinker, Frikkie Wiersum, Hugo Huyssen van Kattendijke and Hans Visser, who were part of the group of Dutch bachelors in Shanghai.
A newspaper from this period described the atmosphere at the time, a.o. a shooting between a Wang Jingwei (Wang Ching-wei) related group and French police.
Delpher.nl (Dutch Royal Library):
Soerabajasch Handelsblad, 19 May 1940
"Strijd van banken te Shanghai
Een “bloedlooze” revolutie
Ook voor rechters is het leven ongezond
(Van een medewerker)
Shanghai, 24 April.
Een revolutie (of moet men het een “staatsgreep” noemen?) heeft plaatsgehad in de internationale nederzetting te Shanghai, die men hier in de wandeling “’t Settlement ” noemt en ’t grappige is, dat vrijwel niemand iets van die revolutie of staatsgreep heeft gemerkt en dat alles verliep zonder bloedvergieten of zelfs opwinding. Er werd niet geschreeuwd, niet gedemonstreerd, niet geprotesteerd, niet geschoten, er stroomde geen bloed. Niets van dat alles. En dit geschiedde in een stad, waar concurreerende speelclubs, verschillende politieke groepeeringen zelfs nu Chineesche banken naar revolvers grijpen, schieten en dooden en menschen op klaarlichten dag ontvoeren.
Shanghai is wèl een stad van verrassingen, waar het meest onverwachte mogelijk is.
Voor ons Nederlanders was deze revolutie of staatsgreep belangrijk omdat hierdoor een Nederlander zitting en dus medezeggenschap in het stadsbestuur van de nederzetting kreeg.
Tot nu toe werd de internationale nederzetting bestuurd door een raad, bestaande uit Engelschen, Amerikanen, Japanners en Chineezen. Een gemeenteraad naar Europeesch model kon men dezen “raad” feitelijk niet noemen, daar hij geen begrootingen vast kon stellen en geen nieuwe belastingen uitschrijven. In deze was de vergadering van belastingbetalers, die minstens één maal per jaar werd bijeengeroepen, bevoegd. Deze vergadering van belastingbetalers was een verzameling van vele duizenden personen, die zich thans op voorstel van den voorzitter van den “raad” … zelf de macht ontnomen heeft en heeft overgedragen aan een werkelijken, zij het voorloopigen gemeenteraad, die bestaat uit drie Engelschen, drie Amerikanen, drie Japanners, vier Chineezen, één Nederlander, één Duitschers en één Zwitser.
De gekozen Nederlander is de heer J.D. Carrière, agent van de Java-China-Japan-lijn, die bij de verschillende bevolkingsgroepen dezer sterk internationale stad in hoog aanzien staat, zoodat wij, Nederlanders, met de keus zeer tevreden kunnen zijn. Door zijn lange verblijf hier ter stede is de heer Carrière van de nooden en behoeften der nederzetting en met vaak delicate vraagstukken, die zich er telkens voordoen, volkomen op de hoogte.
Tsjang of Wang?
De “bloedelooze” revolutie, die de verandering bracht, is nog niet geheel ten einde. Men heeft er de toestemming van de mogendheden voor noodig, maar dit hoeft geen zorg te baren, daar natuurlijk tot de verandering niet werd besloten zonder dat het consulaire corps erin gekend was. Bezwaarlijker is echter de verkiezing der andere leden reeds heeft plaats gehad.
Welke Chineezen zullen in den gemeenteraad zitting nemen? Zullen het aanhangers van Tsjang-Kei-Tsjek of vrienden van Wang-Ching-Wei en dus tegelijk vrienden der Japanners zijn? Wang-Ching-Wei schijnt bereid vrede te nemen met slechts twee zetels voor zijn aanhangers, maar Tsjang-Kei-Tsjek, dus de “nationale Chineesche regeering” eischt alle vier zetels voor zich op. En hier kon de bloedelooze “revolutie” wel eens minder bloedeloos worden, want de strijd tusschen Tsjang-Kei-Tsjek en Wang-Ching-Wei wordt ook te Shanghai gewoonlijk niet gevoerd zonder revolvers en dolken zooals we den laatsten tijd weder bemerkt hebben bij de geschillen te Shanghai tusschen de banken van de regeering te Nanking (Wang-Ching-Wei) en die van de nationale regeering, waarbij reeds dooden en gewonden zijn gevallen aan beide zijden. In andere landen is het bankvak een ongevaarlijk beroep. Niet alzoo in China. Daar zou men ertoe moeten overgaan op handelsscholen ook onderricht te geven in het gebruik en de behandeling van wapens, geweren, revolvers en mitrailleurs.
De oorlog tusschen de banken wordt zonder genade gevoerd. Enkele weken geleden werd een kassier van een der banken door mannen van de andere bankgroep neergeschoten. Hij werd zwaar gewond naar een hospitaal vervoerd, waar hij langzaam van zijn wonden begon te herstellen. Maar toen drongen gewapende mannen het ziekenhuis binnen, waar hij verpleegd werd en vermoordden hem grondig in zijn bed.
Niet alleen wordt er in den oorlog tusschen de banken geschoten met revolver, gestoken met dolken, er wordt ook “ontvoerd”. Een groot deel van het personeel van de “Bank van China”, ’n Tsjang-Kei-Tsjek-Bank, woonden gemeenschappelijk in een groot huis in het door de Japanners bezette deel van Shanghai, waar politie der Wang-Ching-Wei-regeering de macht in handen heeft. Eenigen tijd geleden werd ’s morgens in de vroegte dit huis door politie omsingeld en de inwoners werden gearresteerd. Dit ook behoorde tot den oorlog tusschen de banken. Niet minder dan zeven-en-dertig bankmenschen werden weggevoerd. Een aantal hunner werd korten tijd daarna weder in vrijheid gesteld, maar de anderen bevinden zich nog in arrest, al weet men niet waar.
De banken van Tsjang-Kei-Tsjek te Shanghai zijn thans gesloten, maar zullen spoedig weder geopend worden als voldoende verdedigingsmaatregelen zijn genomen. De “oorlog” zal dus weldra woorden voortgezet.
Rechter een riskant beroep.
Niet alleen het bankvak is te Shanghai hoogst gevaarlijk, ook het beroep van (Chineesch) rechter brengt er ernstige gevaren met zich.
De rechters in de Chineesche rechtbanken van de internationale nederzetting zijn benoemd door de regeering-Tsjang-Kei-Tsjek. In de Fransche concessie hebben echter de rechters van de Wang-Ching-Wei-regeering zitting, daar de Franschen aan de eischen der Japanners hebben toegegeven. Natuurlijk loopt daardoor de rechtspraak nogal uiteen. Voor een feit waarvoor men in de Fransche concessie kan worden ter dood veroordeeld, krijgt men misschien in den internationale nederzetting een pluimpje. Andersom bestaat dezelfde mogelijkheid.
In de rechtbanken der Fransche concessie is dientengevolge reeds met bommen naar de rechters gesmeten. En dezer dagen werden in de internationale nederzetting bomaanslagen gepleegd op de woningen van drie rechters (der Tsjang-Kei-Tsjek-regeering).
De vorige week werd ik ’s nachts wakker door een vuurgevecht, dat enkele minuten aanhield en plaats had in een straat nabij de mijne.
Voor zulke kleinigheden komt men hier natuurlijk niet uit zijn bed. Ik sliep enkele minuten later weder rustig in.
Den volgenden morgen vernam ik, dat Fransche politie en Wang-Ching-Wei-politie op elkander hadden geschoten. Van de Wang-Ching-Wei-mannen was er één gedood en waren er eenigen gewond. De Fransche politie leed geen verliezen. De verklaring voor dit vuurgevecht midden in de stad? Het was een vergissing, vertelde men. Een vergissing? Nu ja … te Shanghai … het is tenslotte mogelijk.
Niettegenstaande deze vuurgevechten, moorden, bomaanslagen, ontvoeringen heeft men hier het Paasch-feest in vreugde gedurende twee weken gevierd. Eerst kwam het Paasch-feest der westelijke kerken en een week later het Paasch-feest der Russen, Grieken, Roemenen, Bulgaren en Serven, waarbij ongeloofelijk veel wordt gegeten en gedronken.
Maar ook musicaal is Paschen waardig gevierd. Het stedelijk orkest, voor deze gelegenheid versterkt, gaf met een gemengd koor en solisten een uitvoering van Beethovens negende symphonie, een uitvoering, die nergens elders in Azië mogelijk is.
Inderdaad (en het wordt teveel vergeten) Shanghai is de muzikale hoofdstad van Azië.
(nadruk verboden)."
Courtesy Van Gelderen family archives; Dutch Royal Library